boeggolf
  • boeg·golf
enkelvoud meervoud
naamwoord boeggolf boeggolven
verkleinwoord boeggolfje boeggolfjes

de boeggolfv / m

  1. hoeveelheid water die vóór een bewegend schip (of ander voorwerp) wordt opgestuwd
     Zaterdagochtend sloeg op de Nederrijn een roeiboot om met vijf inzittenden, waarschijnlijk door de boeggolf van een passerend binnenvaartschip. De roeiers kwamen onder een duwbootcombinatie terecht. Twee roeiers van 60 en 71 jaar uit Arnhem werden na het ongeluk vermist. Hun lichamen werden diezelfde dag in de omgeving gevonden.[2]
     Als het bouwwerk deze keer ook in de rivier stortte, zou de enorme boeggolf de huizen die het eerst op zijn weg lagen kunnen wegspoelen of verpletteren.[3]
  2. (figuurlijk) tijdelijk veranderde vraag naar iets als gevolg van een maatregel
     Vorig jaar daalde de instroom op universiteiten en hbo's nog fors. Dat het aantal eerstejaars nu weer stijgt, stemt Bussemaker positief. "Ook de instroom van studenten met een beperking ligt weer ongeveer op het niveau van voor de boeggolf.[4]
     Vorig jaar daalde de instroom op universiteiten en hbo's nog fors. Volgens Bussemaker was dat verwacht omdat er in het jaar daarvoor nog sprake was van een zogeheten boeggolf: veel jongeren besloten toen vanwege de aanstaande invoering van het leenstelsel geen tussenjaar te nemen maar direct te gaan studeren.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Derde slachtoffer roeibootongeval overleden” (15-03-2017), NOS
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4.   Weblink bron
    Carmen Dorlo
    “Goed nieuws: Tom Dumoulin, heldinnen en #covfefe” (03-06-2017), NOS
  5.   Weblink bron “Leenstelsel: aantal studenten weer op oude niveau” (01-06-2017), NOS