bobo-ombervis
- (IPA in voorbereiding)
- bo·bo·om·ber·vis
- samenstelling van bobo zn en ombervis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bobo-ombervis | bobo-ombervissen |
verkleinwoord | bobo-ombervisje | bobo-ombervisjes |
de bobo-ombervis m
- (straalvinnigen) Pseudotolithus elongatus een straalvinnige vis uit de familie van ombervissen (Sciaenidae ), orde van baarsachtigen (Perciformes ). De vis kan een lengte bereiken van 47 centimeter. Pseudotolithus elongatus komt voor in zoute en brakke tropische wateren in de Atlantische Oceaan op een diepte van 0 tot 100 meter
- ombervissen, baarsvissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'bobo-ombervis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.