Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloe·men·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemenkrans bloemenkransen
verkleinwoord bloemenkransje bloemenkransjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemenkransm

  1. ringvormig vlechtwerk van bloemen als eerbetoon of versiering
    • In 'Bella en de beer' (…) is de schone een typische jugendstil-vrouw met een bloemenkrans in haar lange, blonde haar en een sierlijk gedrapeerde jurk. [2]
    • De Koning, de Koningin en de overige leden van de Familie verlieten het gloednieuwe gebouw langs de gerestaureerde kapel van Nassau om enkele meters lager en verder een bloemenkrans neer te leggen voor het standbeeld. [3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen