Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloem·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemkrans bloemkransen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bloemkransm

  1. slinger gemaakt uit de kleurige bloeiwijzen van planten als versiering of eerbetoon aangebracht in de vorm van een cirkel of een rand
    • Ze legde een verse bloemkrans op de grafzerk. [2]
  2. (figuurlijk) zorgvuldig gerangschikte selectie van waardevolle onderdelen uit een groter geheel
    • Het is geen systematische uiteenzetting van Teresia's mystiek, wat de verzamelaarster wil bieden, doch een bloemkrans uit haar schrifturen. [3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen