• blauw·helm
  • In de betekenis van ‘militair in dienst van de Verenigde Naties’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • Samenstelling met een ondoorzichtige betekenis van blauw en helm; zo genoemd vanwege hun blauwe hoofddeksel.
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwhelm blauwhelmen
verkleinwoord blauwhelmpje blauwhelmpjes

de blauwhelmm

  1. (beroep), (militair) soldaat of burger die lid is van de VN-vredesmacht
    • De Verenigde Naties sturen veel blauwhelmen naar oorlogsgebieden. 
95 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]