blauwe breedscheenjuffer
- (IPA in voorbereiding)
- blau·we breed·scheen·juf·fer
- verbinding van blauwe en breedscheenjuffer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwe breedscheenjuffer | blauwe breedscheenjuffers |
verkleinwoord | blauw breedscheenjuffertje | blauwe breedscheenjuffertjes |
de blauwe breedscheenjuffer v / m
- (libellen) Platycnemis pennipes een juffer van de familie van de breedscheenjuffers, de enige van die familie die in België en Nederland voorkomt. De blauwe breedscheenjuffer is vrij gemakkelijk te herkennen aan de bouw van haar poten, met opvallende verdikte tibia ofwel schenen. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1771 als Libella pennipes gepubliceerd door Peter Simon Pallas
- Het woord 'blauwe breedscheenjuffer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.