blauwbandspanner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blauwbandspanner (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblɑubɑntˌspɑnər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- blauw·band·span·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauwband zn en spanner zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwbandspanner | blauwbandspanners |
verkleinwoord | blauwbandspannertje | blauwbandspannertjes |
Zelfstandig naamwoord
de blauwbandspanner m
- (vlinders) imago van de spanrups Cosmorhoe ocellata uit de Geometridae
- ▸ Er kwamen veel vlinders op de opstelling af, zoals meerdere in het oog springende hagedoornvlinders, essengouduilen, bruine sikkeluilen en appeltakken. Daarnaast ook wat andere soorten waaronder een paar meer bijzondere zoals het zwart weeskind en een blauwbandspanner.[1]
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwbandspanner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Vlinderstichting
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rosina Verweij en Anja de Wit“IVN natuureducatie West-Betuwe” (10 september 2021)