blauw kattenkruid

 
  • (IPA in voorbereiding)
  • blauw kat·ten·kruid
enkelvoud meervoud
naamwoord blauw kattenkruid blauwe kattenkruiden
verkleinwoord blauw kattenkruidje blauwe kattenkruidjes

het blauw kattenkruido

  1. (bloemplanten) Nepeta racemosa   een sterk geurende vaste plant, die behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae  ). De soort staat in de Nederlandse wachtkamer   als nieuwe plant die nu ook in het wild in Nederland voorkomt. De plant wordt gebruikt in de siertuin en is van daaruit verwilderd. Blauw kattenkruid komt van nature voor in de Kaukasus en Noord-Iran