Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blad·bla·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bladblazer bladblazers
verkleinwoord bladblazertje bladblazertjes

Zelfstandig naamwoord

de bladblazerm

  1. (gereedschap) een werktuig dat middels een sterke luchtstroom losse bladeren op een hoop blaast
    • Hij was bijna klaar met zijn bladblazer toen een stormvlaag weer alle bladeren over het gazon verspreidde. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid