• bio·me·disch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen biomedisch biomedischer -
verbogen biomedische biomedischere -
partitief biomedisch biomedischers -

biomedisch

  1. betrekking hebbend op de bestudering van levende wezens, levensvormen en levensverschijnselen met het oog op gezondheid en genezing
    • Hij verklaarde, dat er zich op een der eilanden een "biomedisch station bevindt, waar men de uitwerking van de radioactiviteit, die bij een atoomontploffing vrijkomt, op ongeveer 25.000 muizen en andere dieren bestudeert. (…) [2]
  2. betrekking hebbend op levende wezens, levensvormen en levensverschijnselen voor zover van belang voor de gezondheid
    • Chemische ondernemingen die kunststoffen maken, voelen er steeds minder voor aan firma's te leveren die er implanteerbare medische hulpmiddelen, zoals kunstheupen of vaatprotheses, mee maken. Immers, als er iets misgaat met zon biomedisch implantaat kan ook de leverancier van het materiaal waarvan het vervaardigd is, aansprakelijk worden gesteld. [3]