binnenvoeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·nen·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en voeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenvoeren |
voerde binnen |
binnengevoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
binnenvoeren
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
binnenvaren |
binnenvoeren
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van binnenvaren
- ...dat wij binnenvoeren.
- ...dat jullie binnenvoeren.
- ...dat zij binnenvoeren.
- ...dat wij binnenvoeren.
Gangbaarheid
- Het woord binnenvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.