binnenkomen
- Geluid: binnenkomen (hulp, bestand)
- bin·nen·ko·men
- samenstelling van binnen en komen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenkomen |
kwam binnen |
binnengekomen |
klasse 4 | volledig |
binnenkomen
- ergatief een ruimte betreden (vanuit die ruimte gezien)
- Wij kwamen een grote kamer binnen.
- Kom toch snel binnen en blijf niet zo buiten staan.
- ▸ Omdat Max en Dennis per se in de zee hun nieuwe snorkelsetjes wilden testen, waren ze wat later dan normaal de eetzaal binnengekomen.[1]
- ▸ Toen ze de huiskamer binnenkwam was haar voorgenomen plannetje gereduceerd tot nul.[1]
- geld ontvangen op een bankrekening
- ▸ Ik heb zelden zoveel schilderijen achter elkaar gemaakt, misschien wel 300 in totaal. Elke keer als ik in een dorpje aankwam en de nieuwe donaties zag binnenkomen maakte ik weer een hele serie. Met mijn twee kleuren, geel en blauw, schilderde ik vooral de bergen en landschappen waar ik doorheen liep.[2]
1. een ruimte betreden
- Het woord binnenkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenkomen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ 1,0 1,1 “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be