binnenantenne
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·nen·an·ten·ne
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en antenne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenantenne | binnenantennes |
verkleinwoord | binnenantennetje | binnenantennetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (elektronica), (techniek) een antenne die binnenshuis kan worden gebruikt, of waarmee men zich moet behelpen
- Zo dicht bij de zender kunnen we wel volstaan met een binnenantenne.
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.binnenantenne
Gangbaarheid
- Het woord 'binnenantenne' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.