bijtend
- bij·tend
vervoeging van: | bijten |
verbogen vorm: | bijtende |
bijtend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bijtend | bijtender | bijtendst |
verbogen | bijtende | bijtendere | bijtendste |
partitief | bijtends | bijtenders | - |
bijtend [1]
- zo scherp dat het pijn doet; zo scherp dat het beschadigt
- De aanval met bijtend zuur op een 3-jarig jongetje in een Engelse supermarkt lijkt een mislukte afrekening te zijn geweest met de moeder van het kind. De vader zou de hoofdverdachte zijn. [2]
- Twee kinderen zijn afgelopen woensdag gewond geraakt nadat een onbekend persoon een bijtend zuur in een kinderbadje in Bad Bentheim had gegooid. De twee liepen volgens de politie forse irritaties aan oog en huid op. [3]
- op een onvriendelijke, hatelijke manier
- Onder de noemer #celestechangeaccepted combineert Barber vervolgens de twee beelden, schrijft er een droog of bijtend tekstje bij en zet ze online. [4]
- [1] agressief, doordringend, inbijtend, invretend
- [2] hatelijk, bits, vurig, sarcastisch, prikkelend
- Het woord bijtend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijtend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Bob van Huët 27-07-18 Zuuraanval op peuter was bedoeld voor moeder
- ↑ Tubantia Rutger Borgerink 27-07-18 Zuur in opblaasbadje in Bad Bentheim gegooid: 2 kinderen gewond
- ↑ Tubantia 29-10-18 Parodiefoto’s Australische comédienne misbruikt voor dieetreclame
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be