bijna-vegetariër
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijna-vegetariër (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛinaˌveɣeˌtarijər / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- bij·na-ve·ge·ta·riër, bij·na-ve·ge·ta·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bijna bw en vegetariër zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijna-vegetariër | bijna-vegetariërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bijna-vegetariër m
- (persoon) (voeding) iemand die bewust zelden vlees eet
- ▸ Hoe bewust mensen met vlees eten bezig zijn, is sterk locatieafhankelijk. „Als je straks naar de Jumbo gaat, tref je hele andere mensen”, zegt een jonge vrouw met neuspiercing en legerjas, zelf een bijna-vegetariër, in de Amsterdamse Dirk.[1]
Hyperoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bijna-vegetariër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Floor Rusman“Supermarktklanten over hun vleesgedrag: ‘Wie hard werkt grijpt niet naar rauwe wortel’” (6 maart 2020) op nrc.nl