bijlzalmen
- Geluid: bijlzalmen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- bijl·zal·men
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijlzalmen | |
verkleinwoord |
de bijlzalmen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bijlzalm
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Gasteropelecidae van straalvinnige vissen uit de orde van karperzalmachtigen (Characiformes ). De vissen komen voor in Zuid-Amerika en worden vaak in aquaria gehouden, met name G. sternicla en de gemarmerde bijlzalm
- [2] karperzalmachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'bijlzalmen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.