Bijenbrood in volle bloei

.

  • bij·en·brood
enkelvoud meervoud
naamwoord bijenbrood
verkleinwoord

het bijenbroodo [1]

  1. (plantkunde) Phacelia  
     Uit onderzoeken en tests blijkt dat natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, kunnen helpen bij het verminderen van de trips. "Er zijn verschillende initiatieven geweest met onder meer komkommerkruid en de phacelia. Die laatste kwam telkens naar voren als een gewas dat veel natuurlijke vijanden van de trips aantrekt", zegt Luc Remijn van het Uien Innovatie Kenniscentrum, dat al jaren onderzoek doet naar uien. De phacelia wordt ook wel bijenbrood, bijenvoer of bijenvriend genoemd. Onder de juiste omstandigheden wordt er veel nectar geproduceerd.[2]
  2. (voeding) stuifmeel dat bijen verzameld hebben en ook wel als voeding voor mensen wordt gebruikt
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Uientelers in Zeeland zetten 'bijenbrood' in om de oogst te beschermen” (Zaterdag 27 juni 2020, 12:01), NOS