• bij·boe·ken

bijboeken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijboeken
boekte bij
bijgeboekt
zwak -t volledig
  1. een bedrag toevoegen aan een (bank)rekening
  2. een extra item toevoegen aan een order of bestelling
    • EasyJet vervoerde wel een recordaantal van ruim 80 miljoen passagiers, 10 procent meer dan een jaar eerder. Ook harkte het meer geld binnen met behulp van extraatjes die passagiers kunnen bijboeken of aan boord kunnen kopen. Maar dat was onvoldoende om de stevige daling van de prijzen van vliegtickets te compenseren. Ook het relatief zwakke Britse pond zat het bedrijf flink dwars. [2] 
    • In onderstaande infographic is te zien dat sommige vliegmaatschappijen de prijzen zowat hebben verdubbeld in de afgelopen twee jaar. De grootste stijger is KLM. Hier betaal je momenteel 25 euro voor het bijboeken van een koffer op een vlucht binnen Europa. Voor hetzelfde traject in 2015 kon een FlyingBlue member (gratis lidmaatschap) nog voor een tientje een koffer bijboeken. Gratis ruimbagage op Europese bestemmingen bestaat nog bij Turkish Airlines, Aeroflot en Iceland Air. [3] 
    • Eerder deze zondag zijn we er in geslaagd Londen te verlaten. Per trein. Eurostar blijkt het weekend 50 extra treinen in te zetten. Onmiddellijk nadat we dit horen wordt in ons hotel in Kensington, een redelijk chique wijk in Londen, via internet contact gelegd met Eurostar. En het lukt! We bemachtigen zeven plaatsbewijzen naar Brussel, ook nog gezellig bij elkaar. Kost wel 169 pond per persoon, maar dat terzijde. Een nachtje extra bijboeken is geen probleem. You are welcome! De extra ponden zijn mooi meegenomen. [4] 
96 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[5]