biaktriller

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  biaktriller    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bi·ak·tril·ler

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Biak en "eiland van Indonesië gelegen in de Geelvinkbaai in de provincie Papoea"  en  triller zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	biaktriller	biaktrillers
verkleinwoord	biaktrillertje	biaktrillertjes

Zelfstandig naamwoord

de biaktriller m

1. (zangvogels) Lalage leucoptera  een zangvogel uit de familie Campephagidae  (rupsvogels). De soort werd in 1871 door Hermann Schlegel (directeur van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te leiden) als aparte soort geldig beschreven als Campephaga leucopter maar wordt ook wel beschouwd als ondersoort van zwartbrauwtriller

Hyperoniemen

• trillers, rupsvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'biaktriller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.