bezwarend
- be·zwa·rend
vervoeging van: | bezwaren |
verbogen vorm: | bezwarende |
bezwarend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bezwarend | bezwarender | bezwarendst |
verbogen | bezwarende | bezwarendere | bezwarendste |
partitief | bezwarends | bezwarenders | - |
bezwarend
- hinder veroorzakend
- van zaken dat ze het schuldig zijn van de verdachte waarschijnlijker maken
- Uit de aanklacht van de fiscus blijkt dat er zoveel bezwarende elementen tegen Caminero waren dat die nu vier jaar cel en een megaboete van 4 miljoen euro eist. [1]
- Op woensdag 5 februari beslist de politie of er voldoende bezwarende elementen zijn om de zaak voor te leggen aan een onderzoeksrechter. [2]
- De vriendin van Brown legde echter bezwarende getuigenissen af, maar trok die later weer in. [3]
- [2] belastend
1. hinder veroorzakend
- Het woord bezwarend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezwarend" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Tubantia 14-11-13 Atletico Madrid-manager riskeert gevangenisstraf voor witwassen drugsgeld
- ↑ Tubantia 30-01-14 Vlaamse homo in Oeganda vreest voor zijn leven
- ↑ Tubantia 10-06-15 Man (33) zat ruim twaalf jaar onschuldig in dodencel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be