• be·we·ge·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bewegelijk bewegelijker bewegelijkst
verbogen bewegelijke bewegelijkere bewegelijkste
partitief bewegelijks bewegelijkers -

bewegelijk

  1. veel bewegend; snel veranderend
     De meeste beurzen in Azië leden vandaag weer fors verlies. De handel verliep nerveus en bewegelijk en zwalkte op sommige beurzen van zwaar verlies naar lichte winst om weer met verlies te eindigen.[1]
     Ook de andere Europese beurzen zijn bewegelijk. In Frankfurt staat de belangrijkste graadmeter 0,5 procent hoger, Londen en Parijs winnen 1,5 tot 2 procent.[2]
  1.   Weblink bron “Is er een China-crisis in aantocht?” (Dinsdag 25 augustus 2015, 13:07), NOS
  2.   Weblink bron “Onrustig begin nieuwe beursweek” (Maandag 22 augustus 2011, 11:20), NOS