bevreemden
- Geluid: bevreemden (hulp, bestand)
- be·vreem·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevreemden |
bevreemdde |
bevreemd |
zwak -d | volledig |
bevreemden [2]
- overgankelijk (formeel) verbazen, verwonderen
- ▸ De nonchalance die uit haar woorden en lichaamstaal sprak, bevreemdde Chantal.[3]
- Het woord bevreemden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevreemden" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ bevreemden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be