bevreemdde
- Geluid: bevreemdde (hulp, bestand)
- be·vreemd·de
vervoeging van |
---|
bevreemden |
bevreemdde
- enkelvoud verleden tijd van bevreemden
- Ik bevreemdde.
- Jij bevreemdde.
- Hij, zij, het bevreemdde.
- Ik bevreemdde.
- ▸ De nonchalance die uit haar woorden en lichaamstaal sprak, bevreemdde Chantal.[1]
- Het woord bevreemdde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.