bevolkingsgroep
- be·vol·kings·groep
- samenstelling van bevolking en groep met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevolkingsgroep | bevolkingsgroepen |
verkleinwoord | bevolkingsgroepje | bevolkingsgroepjes |
- een bepaald deel van de bevolking met een bepaald kenmerk in een samenleving of gebied
- De bevolkingsgroep van 25 tot 64 jaar zal in Europa flink afnemen.
- De Pathanen zijn de grootste bevolkingsgroep van Afghanistan.
1. een bepaald deel van de bevolking in een samenleving of gebied
- Het woord bevolkingsgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevolkingsgroep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be