besneeuwd
- be·sneeuwd
- bn: van Middelnederlands besnuwet, op te vatten als pseudodeelwoord afgeleid van sneeuw zn met het omvoegsel be- -d [1]
- ww: vervoeging van besneeuwen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel ; gelet op de eerste vindplaatsen is dit werkwoord vermoedelijk een terugvorming
stellend | |
---|---|
onverbogen | besneeuwd |
verbogen | besneeuwde |
besneeuwd
- bedekt met sneeuw
- De besneeuwde berghelling schitterde in de opkomende zon.
- ▸ Al etend keek ik zwijgend uit het grote raam vanuit de hoge hoteltoren over de besneeuwde bergen die ik net had verlaten.[2]
vervoeging van: | besneeuwen… |
verbogen vorm: | besneeuwde |
besneeuwd
- voltooid deelwoord van besneeuwen
- Het woord besneeuwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "besneeuwd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be