beroepskosten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroepskosten (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈrupskɔstə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·roeps·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud samenstelling van beroep en kosten met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | (beroepskost) * | beroepskosten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de beroepskosten mv
- (juridisch) (inkomstenbelasting) kosten die men moet maken om zijn beroep te kunnen uitoefenen
Synoniemen
- beroepskost (minder gangbare vorm)
Opmerkingen
- Het enkelvoud "beroepskost" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het enkelvoud van "beroepskosten".
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beroepskosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.