beroepskost
- Geluid: beroepskost (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈrupskɔst / (3 lettergrepen)
- be·roeps·kost
- samenstelling van beroep en kost met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepskost | (beroepskosten) * |
verkleinwoord | - | - |
de beroepskost m
- (juridisch) (inkomstenbelasting) kosten die men moet maken om zijn beroep te kunnen uitoefenen
- Wat kan als beroepskost fiscaal afgetrokken worden en wat niet? Het is een niet aflatende bron van rechtspraak. [1]
- beroepskosten (meer gangbare vorm, zeker in Nederland)
- Het meervoud "beroepskosten" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "beroepskost".
- Het woord beroepskost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ De Rouck, P.Appartement aan zee kan beroepskost zijn (29 oktober 2019) op website: tijd.be; geraadpleegd 2019-12-09