berichtigen
- Geluid: berichtigen (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈrɪçtɪgən /
- be·rich·ti·gen
- Afleiding van het Duitse bijvoeglijke naamwoord richtig met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
berichtigen |
berichtigte |
(hat) berichtigt |
zwak | volledig | onscheidbaar |
berichtigen
- emendieren (verouderd)
- korrigieren
- rektifizieren (verouderd)
- richtigstellen