beoosten
- be·oos·ten
- afgeleid van oosten met het voorvoegsel be- (2)
- van Middelnederlands beoosten
beoosten [1]
- aan de oostelijke zijde van
- Zo werd in 1815 begonnen met de aanleg van een aantal aarden verdedigingswerken beoosten Utrecht. [2]
- Het woord beoosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beoosten" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Visser, A."De begrenzing van de historische Nieuwe Hollandse Waterlinie" in: Jaarboek Monumentenzorg 2004. Op weerstand gebouwd. Verdedigingslinies als militair erfgoed. (2004) Waanders Uitgevers, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist; ISBN 9040090254; p. 123; geraadpleegd 2016-05-06
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- van Oudnederlands biostan, dat is afgeleid van ost met het omvoegsel bi- -an "aan de oostelijke kant" [1][2]
beoosten (met datief)
- ten oosten van