Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ben·zol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benzol -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

benzol m / o

  1. (scheikunde) een organische verbinding met als brutoformule C6H6
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Pools

Uitspraak
  • IPA: /bɛnzɔl/, /bɛw̃zɔl/
Woordafbreking
  • ben·zol

Zelfstandig naamwoord

benzol m

  1. (scheikunde) BTEX; een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen
Hyperoniemen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

benzol m

  1. (scheikunde) BTEX; een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɛnzɔl/
Woordafbreking
  • ben·zol

Zelfstandig naamwoord

benzol monbezield

  1. (scheikunde) BTEX; een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen
  2. (scheikunde)(verouderd) benzeen, benzol; een van de bekendste vertegenwoordigers van de aromatische verbindingen
Afkorting
  1. C6H6
Hyperoniemen
  1. organická sloučenina v, uhlovodík monbezield
Synoniemen
  1. benzen monbezield
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Meer informatie

Verwijzingen