Nederlands

 
1. Een bennettwallaby (Macropus rufogriseus).
Uitspraak
Woordafbreking
  • ben·nett·wal·la·by
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bennettwallaby bennettwallaby's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bennettwallabyv / m

  1. (buideldieren) bepaalde (onder-)soort kleine kangoeroe Macropus rufogriseus  , die van nature op Tasmanië leeft; in Europa wel als huisdier gehouden en na ontsnappingen soms ook in het wild waargenomen
     Op haar Gelderse landgoed scharrelt een wasbeerhond over het gazon. Stokstaartjes hangen nieuwsgierig over de rand van hun verblijf. Een bennettwallaby staart ogenschijnlijk wazig voor zich uit.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Arjen Schreuder
    “Straks komen ze de dieren halen” (12 juni 2017) op nrc.nl