belhoningeter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bel·ho·ning·eter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bel zn en honingeter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belhoningeter | belhoningeters |
verkleinwoord | belhoningetertje | belhoningetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de belhoningeter m
- (zangvogels) Manorina melanophrys een zangvogel uit de familie der honingeters (Meliphagidae). Deze vogel is endemisch in Australië, waar hij voorkomt van Zuidoost-Queensland tot Zuid-victoria
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'belhoningeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.