belastingverlaging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ting·ver·la·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingverlaging belastingverlagingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de belastingverlagingv

  1. (financieel) vermindering van de hoeveelheid geld die men aan de overheid moet betalen
     Het debat maakte de verschillen tussen de partijen op sommige punten helder. Bijvoorbeeld als het gaat om belastingen. De CDU wil voor alle inkomens belastingverlaging.[2]
     Nyrstar en Aldel zijn in gesprek met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over hulp van de overheid via belastingverlaging of andere maatregelen.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Geen duidelijke winnaar na fel debat tussen drie potentiële Merkel-opvolgers” (MA 30 AUGUSTUS 2021), NOS
  3.   Weblink bron
    Rob Koster
    “Bedrijven in de knel door extreem hoge energieprijs” (ZA 2 OKTOBER 2021), NOS