• be·kref·te
Naar frequentie 4213
vervoeging
onbepaalde wijs bekrefte
tegenwoordige tijd bekrefter
verleden tijd bekrefta
bekreftet
voltooid
deelwoord
bekrefta
bekreftet
onvoltooid
deelwoord
bekreftende
lijdende vorm bekreftes
gebiedende wijs bekreft
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

bekrefte

  1. overgankelijk bekrachtigen, bevestigen, sterken
    «Dette bekrefter mitt inntrykk.»
    Dit bevestigt mijn indruk.
  2. overgankelijk bevestigen, erkennen, gewaarmerken, homologeren
    «Meldingen er til nå ikke blitt offisielt bekreftet
    Het bericht is tot dusver nog niet officieel bevestigd.
  • [1]: bekrefte dåpsløftet sitt
zijn doopbelofte bevestigen
  • [1]: bekrefte en avtale
een afspraak bevestigen
  • [1]: bekrefte et utsagn
een verklaring bevestigen
  • [1]: bekrefte noe ved ed
iets met een eed bekrachtigen
  • [2]: rett avskrift bekreftes
voor eensluidend afschrift
voor kopie conform



  • be·kref·te
vervoeging
onbepaalde wijs bekrefte
bekrefta
tegenwoordige tijd bekreftar
verleden tijd bekrefta
voltooid
deelwoord
bekrefta
onvoltooid
deelwoord
bekreftande
lijdende vorm bekreftast
gebiedende wijs bekreft
bekrefta
bekrefte
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

bekrefte

  1. overgankelijk bekrachtigen, bevestigen, sterken
  2. overgankelijk bevestigen, erkennen, gewaarmerken, homologeren