• be·kleed
  • vervoeging van bekleden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bekleed bekleder bekleedst
verbogen beklede bekledere bekleedste
partitief bekleeds bekleders -

bekleed

  1. (meubel) voorzien van een bedekking met zachter materiaal
vervoeging van
bekleden

bekleed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekleden
    • Ik bekleed. 
  2. gebiedende wijs van bekleden
    • Bekleed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekleden
    • Bekleed je? 
vervoeging van: bekleden…
verbogen vorm: bekleede

bekleed

  1. voltooid deelwoord van bekleden
100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be