Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kle·de

Bijvoeglijk naamwoord

beklede

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bekleed

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
bekleden

beklede

  1. aanvoegende wijs van bekleden
  2. verbogen vorm van bekleed, voltooid deelwoord van bekleden

Gangbaarheid