bekendheid
- Geluid: bekendheid (hulp, bestand)
- be·kend·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekendheid | bekendheden |
verkleinwoord | - | - |
de bekendheid v
- het bekend zijn bij velen
- Hij verwierf hierdoor grote bekendheid.
- het bekend zijn met iets
- Zijn bekendheid met deze materie is een groot voordeel voor onze vereniging.
- (persoon) iemand die bij velen bekend is
- Hij is een bekendheid in Gouda en omstreken: de portier van de Goudse Schouwburg, Will Bos. [1]
1.
- Het woord bekendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekendheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ AD.nl (25 mei 2008). "Portier schouwburg nu zelf op podium". Geraadpleegd op 3 juli 2012.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be