begeerbaar
- Geluid: begeerbaar (hulp, bestand)
- be·geer·baar
- Naamwoord van handeling van begeren met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | begeerbaar | begeerbaarder | begeerbaarst |
verbogen | begeerbare | begeerbaardere | begeerbaarste |
partitief | begeerbaars | begeerbaarders | - |
begeerbaar
- van iets of iemand dat het de moeite waard is om te bezitten
- Iedereen is begeerbaar omdat hij geschapen is naar het evenbeeld van god.
- Het woord 'begeerbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.