Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gaafd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord begaafdheid begaafdheden
verkleinwoord begaafdheidje begaafdheidjes

Zelfstandig naamwoord

de begaafdheidv

  1. een bijzondere aanleg, een gave
    • Hij heeft de begaafdheid om goed te kunnen hoofdrekenen. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid