beekschaatsenrijder
- (IPA in voorbereiding)
- beek·schaat·sen·rij·der
- samenstelling van beek zn en schaatsenrijder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beekschaatsenrijder | beekschaatsenrijders |
verkleinwoord | beekschaatsenrijdertje | beekschaatsenrijdertjes |
de beekschaatsenrijder m
- (halfvleugeligen) Aquarius najas een wants uit de familie van de Gerridae (Schaatsenrijders). De soort werd het eerst wetenschappelijk beschreven door Charles De Geer in 1773
- Het woord 'beekschaatsenrijder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.