bediller
- be·dil·ler
- Naamwoord van handeling van bedillen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bediller | bedillers |
verkleinwoord |
- iemand die veel op andere mensen vit
- iemand die zich teveel met anderen bemoeit
- [1] zifter, vitter, bedilal
- [2] controlfreak, bemoeial
1. iemand die veel op andere mensen vit
- Het woord bediller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bediller" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be