zifter
- zif·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zifter | zifters |
verkleinwoord | ziftertje | ziftertjes |
zifter m
- iemand die over kleinigheden zeurt
- Het woord zifter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zifter" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be