Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·derf
enkelvoud meervoud
naamwoord bederf -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bederfo

  1. een proces van aantasting en verslechtering dat iets onbruikbaar maakt
    • Een koelkast beschermt etenswaar enige tijd tegen bederf. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bederven

bederf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bederven
    • Ik bederf. 
  2. gebiedende wijs van bederven
    • Bederf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bederven
    • Bederf je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
bederf
bederf
volledig

Werkwoord

bederf

  1. overgankelijk bederven
    «Te veel melk bederf hul eetlus.»
    Te veel melk bederft hun eetlust.
Verwante begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord bederf -

Zelfstandig naamwoord

bederf

  1. bederf