Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·den·be·derf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenbederf -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zedenbederfo

  1. al of niet vermeende achteruitgang in de heersende normen en waarden
    • Hij ziet in alles wat nieuw is weer een vorm van zedenbederf. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid