mantelbaviaan (Papio hamadryas)
  • (IPA in voorbereiding)
  • ba·vi·a·nen
enkelvoud meervoud
naamwoord bavianen
verkleinwoord

de bavianenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord baviaan
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (primaten) Papio   een geslacht van apen binnen de familie Cercopithecidae. Hun verspreidingsgebied is het zuidelijke Arabisch Schiereiland en Afrika ten zuiden van de Sahara. Het zijn op de mensapen na de grootste apensoorten. Er worden over het algemeen vijf verschillende soorten onderscheiden. De nauwste verwanten van de bavianen zijn de mangabeys van het geslacht Lophocebus


99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • ba·vi·a·nen

bavianen m

  1. nominatief bepaald enkelvoud van bavian


  • ba·vi·a·nen

bavianen m

  1. nominatief bepaald enkelvoud van bavian