bataljonscommandant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·tal·jons·com·man·dant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bataljonscommandant bataljonscommandanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bataljonscommandantm

  1. (militair) (beroep) bevelhebber van een bataljon (legereenheid van 400-2000 manschappen)
     Zeg eens, mijn beste Michajlo Mitritsj, wendde hij zich tot een van de bataljonscommandanten (de bataljonscommandant stapte glimlachend naar voren; het was hen beiden aan te zien dat ze dik tevreden waren), dat was me het nachtje wel.[2]
     In Paramaribo is in het Decembermoordenproces twintig jaar celstraf geëist tegen Etienne Boerenveen. Hij was bataljonscommandant ten tijde van de executie in 1982 van vijftien tegenstanders van het toenmalige militaire regime van Desi Bouterse in Suriname. Ook tegen medeverdachte Arthy Gorré, eerder betrokken bij de staatsgreep door Bouterse, is twintig jaar geëist.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Opnieuw 20 jaar geëist tegen verdachten Decembermoorden” (30-10-2017), NOS