kolonel
- ko·lo·nel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoofdofficier’ voor het eerst aangetroffen in 1580 [1]
- Afkomstig van het Latijnse columnella (kleine zuil). Als rang ontstaat de term in laat-zestiende-eeuws Italië. Het woord betekende 'officier die een colonne aanvoert'.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kolonel | kolonels |
verkleinwoord | kolonelletje | kolonelletjes |
de kolonel m
- (militair) een hoge militaire rang
1. een hoge militaire rang
- Het woord kolonel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kolonel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kolonel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be