Ipomoea batatas
  • ba·taat
  • Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘zoete aardappel’ voor het eerst aangetroffen in 1565 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bataat bataten
verkleinwoord - -

de bataatm [3] [4]

  1. (plantkunde) (voeding) Ipomoea batatas   tropisch knolgewas, een soort grote zoete aardappel
37 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[5]


bataat

  1. (plantkunde) Ipomoea batatas   zoete aardappel