• yam
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘eetbare wortelknol’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1695 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord yam yams
yammen
verkleinwoord yammetje yammetjes

deyamm

  1. een tropisch voedselgewas
    • Vooral in Nigeria wordt de yam als volksvoedsel gegeten. 
54 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[2]
  • yam
  • Afkomstig uit het Fula van het woord "nyami" (= eten).
enkelvoud meervoud
yam yams

yam

  1. vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 9 : mijn

yam

  1. vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 4 : mijn