Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • band·wilg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bandwilg bandwilgen
verkleinwoord bandwilgje bandwilgjes

Zelfstandig naamwoord

de bandwilgm

  1. (bloemplanten) Salix 'sekka'   een plant, die behoort tot de wilgenfamilie (Salicaceae  ). De oorspronkelijk uit Japan afkomstige struik is in Nederland aangeplant en in het wild opgegroeid uit op de grond liggende takken
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie