bandwilg
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- band·wilg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van band zn en wilg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandwilg | bandwilgen |
verkleinwoord | bandwilgje | bandwilgjes |
Zelfstandig naamwoord
de bandwilg m
- (bloemplanten) Salix 'sekka' een plant, die behoort tot de wilgenfamilie (Salicaceae ). De oorspronkelijk uit Japan afkomstige struik is in Nederland aangeplant en in het wild opgegroeid uit op de grond liggende takken
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bandwilg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.